Bart de Graaff is historicus en filmschrijver. Hij was jarenlang hoofdredacteur van Maandblad Zuid-Afrika. Voor zijn laatste boek, 1599 km tussen Amsterdam en Gouda. Een ontdekkingstocht langs Nederlandse plaatsnamen in Zuid-Afrika (2012) reisde hij 5.000 kilometer door Zuid-Afrika en sprak hij met baasvertellers van Gouda tot Amsterdam, van Delft tot Marken en van Haarlem tot Middelburg.
Door de verhalen van de plaatselijke bevolking aan te vullen met persoonlijke reiservaringen slaagde hij erin om de lezer een verborgen, fascinerende kant van Zuid-Afrika te laten zien.
Voor hun boek Nederlands als poort naar Afrika zijn historicus Bart de Graaff en vertaalster Riet de Jong-Goossens op zoek gegaan naar ‘andere’ sprekers van het Afrikaans. Want het Afrikaans is helemaal geen witmanstaal, zoals apartheidsideologen ons vroeger wilden doen geloven.
Het grootste deel van de Afrikaanssprekenden is te vinden in de bruine en, in mindere mate, ook in de zwarte gemeenschap van Zuid-Afrika.
Op hun rondreis ontmoeten de beide auteurs verhalenvertellers die nog afstammen van de oudste beschavingen van Afrika, de Khoi-khoin en de San (in de zeventiende eeuw door de Nederlanders denigrerend bestempeld als ‘Hottentotten’ en de ‘Bosjesmannen’), alsook schrijvers die met één been in de Afrikaanse en met het andere been in één van de 'zwarte' culturen van het land staan.
De Graaff en De Jong tekenen hun verhalen op – verhalen die een voor Nederlandse lezers, ondanks de taalverwantschap, grotendeels onbekende wereld ontsluiten. Deze verhalen worden aangevuld met oorspronkelijk werk van de Afrikaanse schrijvers, dat hier voor het eerst in Nederlandse vertaling verschijnt, en padstories – anekdotes die De Graaff en De Jong onderweg hebben opgetekend en die een beeld geven van het leven in Zuid-Afrika vandaag.