Week van de Afrikaanse roman
  • Week van de Afrikaanse roman
  • Programma
  • Deelnemers
    • Frazer en Deniel Barry
    • Karin Brynard
    • Valda Jansen
    • Pieter Odendaal
    • Riana Scheepers
    • Eben Venter
  • Printing on demand
  • Informatie voor bibliotheken
  • Media over Week van de Afrikaanse roman
  • Contact
    • Over ons >
      • Sponsors
  • Archief
    • Week van de Afrikaanse roman 2017 >
      • Programma 2017
      • Deelnemers >
        • Amy Jephta
        • Andries Bezuidenhout
        • Ingrid Winterbach >
          • Ingrid Winterbach, dubbeltalent
        • Rudie van Rensburg >
          • Interview Rudie van Rensburg
        • Suzie Matlhola
        • Willem Anker
      • Video's
      • Media over Week van de Afrikaanse roman
      • Persinformatie
    • Week van de Afrikaanse roman 2016 >
      • Informatie voor lezers
      • Informatie voor bibliotheken
      • Informatie voor boekwinkels
      • Deelnemers 2016 >
        • Lien Botha
        • Simon Bruinders
        • Karin Hougaard
        • Ena Jansen
        • Marlene van Niekerk
        • Francois Smith
        • Marita van der Vyver
      • Foto's 2016
      • Media over Week van de Afrikaanse roman
    • Week van de Afrikaanse roman 2014 >
      • Foto's 2014
      • Schrijvers 2014 >
        • Etienne van Heerden
        • Irma Joubert
        • Sonja Loots
        • Marita van der Vyver
        • Kirby van der Merwe
        • Chanette Paul
        • Bart de Graaff
        • Riet de Jong-Goossens
      • Media >
        • Media over Week van de Afrikaanse roman
        • Media over Afrikaanse literatuur
        • Nieuwsbrieven 2016

bij rudie van rensburg staat De spanning voorop

Interview door ingrid Glorie

Op dinsdag 3 oktober organiseert het Zuid-Afrikahuis in Amsterdam een avond over misdaadfictie. Na een inleiding over Zuid-Afrikaanse misdaadfictie door Margriet van der Waal gaan Peter Römer (schrijver van de nieuwe Baantjer-boeken) en Ingrid Winterbach in gesprek met Rudie van Rensburg, een van de spannendste nieuwe misdaadauteurs uit Zuid-Afrika.
Voor liefhebbers van de thrillers van Deon Meyer is er nu een nieuwe Zuid-Afrikaanse misdaadschrijver: Rudie van Rensburg. In zijn boeken vind je dezelfde mix van crime, actualiteit, kleurrijke personages, spanning en humor. De onwaarschijnlijke held in Van Rensburgs romans is rechercheur Kassie Kasselman van bureau Nuweland, Kaapstad. Vrijgezel, postzegelverzamelaar, liefhebber van foute muziek en groene limonade. Zijn eigenzinnige manier om zaken op te lossen, wordt hem door zijn superieuren niet altijd in dank afgenomen. Maar het lukt hem, elke keer weer!
 
Vorming van een schrijver
Rudie van Rensburg is erin geslaagd om sinds zijn debuut elk jaar een nieuwe roman het licht te laten zien. Na Slagyster (2013) verschenen Kopskoot (2014), Judaskus (2015), Pirana (2016) en Kamikaze (2017). En het boek dat in 2018 moet verschijnen, is al klaar! Deze productiesnelheid dankt Van Rensburg aan zijn jarenlange ervaring als journalist en copy writer.
Rudie van Rensburg is in 1951 geboren als zoon van M.C.G. (‘Basie’) Janse van Rensburg (1919-1970), parlementslid, staatssecretaris van Transport en minister van Post en Communicatie in de Nasionale Party-regering. Rudie wilde eerst leraar worden, maar na het zien van de film All The President’s Men (over de onthulling van Watergate) koos hij voor de journalistiek. Hij leerde de kneepjes van het vak bij de Vrijstaatse krant die Volksblad, samen met latere collega-schrijvers als Deon Meyer en Chris Karsten. Van Rensburg was mede-oprichter van het gratis weekblad Bloemnuus en werd later hoofdredacteur van het landelijke tijdschrift Die Ekonoom. In 1982 werd hij woordvoerder van de Universiteit van die Vrystaat en in 1987 vertrok hij naar Kaapstad voor een carrière in de communicatiesector van verzekeringsmaatschappij SANLAM.
Vooral zijn tijd bij die Volksblad heeft de basis gelegd voor zijn schrijverschap, denkt Van Rensburg achteraf. ‘Er werd in die tijd bij de dagbladen nog streng op je taal gelet. Daar heb ik geleerd om correct te formuleren’, lacht hij. Ook zijn discipline als schrijver heeft hij daar opgedaan. ‘Die Volksblad verscheen in de namiddag. Als je ’s ochtends om 7 uur op kantoor kwam, was er nog niets, en ’s middags om half 4 moest de krant op straat liggen. Je was dus wel gedwongen om te gaan zitten, te schrijven en iets af te maken. Andere schrijvers zijn verbaasd als ik zeg dat ik het boek voor volgend jaar ook al af heb. Maar ik zit iedere ochtend om 7 uur achter mijn computer en schrijf dan zonder ophouden door tot 2 of 3 uur ’s middags. Ik ga niet zitten wachten op inspiratie. Ik heb me voorgenomen dat ik, als ik mezelf schrijver wil noemen, elk jaar met een nieuw boek moet komen. Daar probeer ik me aan te houden.’
Zijn werk in het reclamebedrijf heeft hem meer geleerd over creativiteit. ‘Als journalist noteer je precies wat er gebeurt; je kunt er geen eigen draai aan geven. In de reclame leer je breder te denken en een onderwerp vanuit verschillende invalshoeken te bekijken.’ Bij SANLAM werkte hij onder meer samen met illustrator Piet Grobler en de latere schrijvers Francois Bloemhof en Zirk van den Berg. Deon Meyer zou hij zowel bij de Universiteit van die Vrystaat als bij SANLAM opnieuw tegenkomen. ‘Heel wat schrijvers hebben hun schrijftanden bij SANLAM geslepen.’
Van Rensburg speelde al jaren met de gedachte een boek te schrijven. Maar hij had bij SANLAM zulke zware functies dat het er maar niet van kwam. Hij was dan ook blij toen hem, zoals veel blanke mannen van zijn leeftijd in Zuid-Afrika, op zijn 57e de kans werd geboden om vervroegd met pensioen te gaan. In 2012 stuurde hij zijn eerste manuscript naar uitgeverij NB. Maar het manuscript belandde in een la, waar redactrice Hester Carstens het negen maanden later ontdekte. Zij besefte onmiddellijk dat ze een boek in handen had. Sindsdien is het hard gegaan en komt Van Rensburg aan zijn andere passie, schilderen, nauwelijks meer toe.
 
Het handwerk
In Van Rensburgs romans staat de spanning voorop. Hij verwerkt echter ook allerlei herkenbare actuele thema’s, zoals neushoornstroperij of corruptie. Die geven zijn verhalen meer diepgang. Het is niet verwonderlijk dat Van Rensburg, die in zijn hart altijd een krantenman is gebleven, zijn ideeën vaak in het nieuws opdoet. Zijn journalistieke achtergrond helpt hem ook bij zijn research. ‘Bij Slagyster was ik doodsbenauwd dat iemand zou ontdekken dat ik nog nooit in Nigeria ben geweest. Dus heb ik veel gelezen en ben ik met allerlei mensen gaan praten. Uiteindelijk heb ik daar misschien 10 procent van gebruikt. Maar die achtergrondkennis helpt je om geloofwaardig over een onderwerp te schrijven.’ Thuis heeft hij een uitgebreid 
knipselarchief. Als hij weet dat een bepaald onderwerp eraan zit te komen, pakt hij de betreffende knipselmap erbij en leest alles door voor hij verder gaat. ‘Onderzoek doen kost veel tijd, maar ik vind het een van de leukste fases van het schrijfproces.’
​
Van Rensburg is een beetje uitgekeken op het traditionele misdaadverhaal waarin er op bladzij 1 een moord wordt gepleegd en de rest van het boek wordt gebruikt om de dader op te sporen. Daarom komen er in zijn eigen boeken gewoonlijk meerdere verhaallijnen voor die op het eerste gezicht niets met elkaar te maken lijken te hebben. ‘Dat is een hele toer, want als ik begin, weet ik meestal niet hoe ik al die lijnen bij elkaar ga brengen. Ik leg dat niet vantevoren vast. Voor mijn eerste roman, Slagyster, had ik een heel schema uitgewerkt. Maar dat heb ik halverwege losgelaten, want een boek begint zichzelf te schrijven, en als je dan wil vasthouden aan je schema, mis je andere afdraaipaaie, andere mogelijkheden. Dus ik probeer gewoon, zonder oogkleppen, te kijken waar het schrijfproces me heen leidt.’ Natuurlijk heeft deze werkwijze tot gevolg dat Van Rensburg af en toe passages moet herschrijven. Het gebeurt ook wel eens dat er in de werkelijkheid iets gebeurt waardoor hij zijn boek moet aanpassen. ‘Dat krijg je als je zo ver vooruit werkt. Al heeft de redacteur het boek al gezien, blijf ik gedeeltes veranderen om tred te houden met de realiteit.’
Misdaadfictie geeft een schrijver de kans om te laten zien wat er in een land speelt, zegt Van Rensburg. In die zin is het geëngageerde literatuur. Soms schrikt hij van wat hij tijdens zijn research ontdekt. ‘Wist je dat maar 8 procent van alle bendeverwante moorden in Zuid-Afrika voor de rechter komt? Terwijl je gemiddeld in Zuid-Afrika één politieman op 300 burgers hebt, heb je in een arme voorstad als Mitchells Plain maar één politieman op 1000 burgers. Dan is het niet gek dat je leest dat er wel vijftig mensen per dag vermoord worden!’
Opmerkelijk is dat Van Rensburgs romans, ondanks de vaak ruwe omgeving, altijd iets keurigs behouden. Daar lijkt hij zich nauwelijks van bewust. ‘Ik ga uit van wat ik zelf zou willen lezen. Dus niet te hoogdravend, ik probeer voor iedereen te schrijven. En ik ben nog steeds een krantenman. Ik probeer me aan de taalregels te houden en geen hogere letterkunde te plegen. Maar ik probeer ook niet zo laag te dalen dat het vulgair wordt.’
 
Etienne Leroux
In Zuid-Afrika maakt het genre van de misdaadfictie sinds 2000 een geweldige bloei door. Die opkomst is grotendeels te danken aan het voorbeeld van Van Rensburgs oude vriend Deon Meyer. Voor Van Rensburg vormen Deon Meyer, Chris Karsten en Karin Brynard de top van de Afrikaanstalige misdaadfictie. Daarnaast leest hij graag boeken van literaire schrijvers als Etienne van Heerden, Marlene van Niekerk en Marita van der Vyver. Maar eigenlijk begint het onderscheid tussen zogenaamde ‘hoge’ en ‘lage’ literatuur steeds meer te vervagen, vindt hij. ‘Een boek als Tuisland van Karin Brynard kun je in zekere opzichten als echte literatuur lezen.’
Zijn favoriet is Sestiger-schrijver Etienne Leroux (1922-1989). ‘Ik kom uit een conservatief nest’, vertelt hij. ‘Trouwens, dat geldt voor de meeste Afrikaner jongens uit de Vrijstaat van toen. Pas op de universiteit begon ik te beseffen dat ze ons onzin aanpraatten. Dat ik gehersenspoeld was.’ Toen hij een jaar of vijftien was, kwam Etienne Leroux een keer eten bij de ouders van een vriendje van hem. De jonge Van Rensburg was gefascineerd door de man met de zonnebril en het lange haar, die vier pakjes sigaretten voor zich op tafel uitstalde. ‘Tot mijn moeders schrik en verontwaardiging heb ik toen geprobeerd om zijn boeken te lezen. Maar ik snapte er nog niet veel van. Pas later, op de universiteit, ben ik ze echt gaan waarderen. Zijn humor en satire zijn ongelooflijk. Misschien is er iets van Etienne Leroux in Kassie Kasselman terechtgekomen.’
 
Dinsdag 3 oktober, 19.30 uur | Zuid-Afrikahuis, Keizersgracht 141c, Amsterdam | Entree: € 10,- |reserveren: evenementen@zuidafrikahuis.nl. 
 
Alle boeken van Rudie van Rensburg zijn als e-boek te koop bij internetboekwinkels als Bol en Amazon. Bij deze internetboekwinkels óf de kwaliteitsboekhandel bij u in de buurt kunt u Kopskoot (bestelnr. 9780795801013) en Kamikaze (9780798176859) ook bestellen via printing-on-demand. Op de misdaadavond in het Zuid-Afrikahuis op dinsdag 3 oktober zullen ook boeken te koop zijn.

bron: maandblad zuid-afrika, september 2017,
​p. 189-190

Picture

Postadres: Robert Kochlaan 622, 2035 BV Haarlem, Nederland / E-mail: info@weekvandeafrikaanseroman.nl
Privacy
Inschrijven nieuwsbrief