Kirby van der Merwe werd in 1957 in Paarl geboren. Hij volgde een lerarenopleiding aan het Hewat-onderwyskollege dat inmiddels, zoals veel 'bruine' instellingen uit het apartheidstijdperk, inmiddels niet meer bestaat. Hij gaf les in
verschillende vakken zoals Afrikaans, biologie en tekenen, tot hij koos voor
een bestaan als journalist, essayist, columnist, fotograaf en beeldend
kunstenaar. Hij werkte onder meer als boekenredacteur voor het maandblad Insig en als verslaggever voor het
dagblad Beeld.
In 1996 was hij
betrokken bij de oprichting van de Afrikaanse Skrywersvereniging, een
organisatie die opkwam voor de belangen van bruine Afrikaanstalige schrijvers,
omdat deze schrijvers, volgens de initiatiefnemers, geen eerlijke kans maakten
bij de gevestigde uitgeverijen. De Afrikaanse Skrywersvereniging plaatste
vraagtekens bij de heersende canon en stimuleerde bruine schrijvers om stem te
geven aan de ervaringen van hún mensen.
In 1999 brak Van der Merwe zelf als schrijver door met zijn uiterst vernuftige debuutroman Klapperhaar slaap nie stil nie. Het verhaal gaat over Kinta Januarie, een bruine vrouw die door toegewijde studie aan haar armoedige milieu weet te ontstijgen en die als jurist in een blanke wijk komt te wonen, tot het verleden haar inhaalt. Elk hoofdstuk van Klapperhaar is geschreven volgens de conventies van een ander genre (zoals een speurverhaal of een doktersroman), waarmee Van der Merwe liet zien dat ook bruine schrijvers – een relatief nieuw fenomeen, in de jaren ’90 – al die genres in huis hadden.
Ná Klapperhaar verdween Van der Merwe geleidelijk van het literaire toneel en werd hij weer opgeslokt door de journalistiek. Maar onlangs besloot hij om zich voltijds te wijden aan schrijven, vertalen en beeldende kunst. Hij werkt aan een nonfictieboek over de bruine gemeenschap in de Westkaap en aan een nieuwe roman, Donkerwater, waarin de Grensoorlog uit de jaren ’70 en ’80 (in Zuid-Afrika het ‘Vietnam’ van blanke dienstplichtige soldaten) voor het eerst wordt beschreven vanuit een bruin perspectief.